In het uitbreidingsplan van het lommerrijke Hillegersberg waren een aantal kavels bestemd voor villabouw aan een doodlopend straatje: de Glazoenowlaan. Op een van de tussenpercelen, op nummer 3, bouwde de architect Willem van Tijen (1894-1974) een gerieflijke bungalow voor het echtpaar Van Raalte in 1961-1962. De heer D.E. van Raalte moest voor zijn werk bij ROBECO naar Rotterdam en het bedrijf betaalde mee aan de bouw.
Willem van Tijen, toen een gevestigde naam in de Rotterdamse architectenwereld, werd voorgedragen door een kennis van mevrouw Van Raalte. Hij nam het ontwerp persoonlijk ter hand en slaagde er in om het beste van twee werelden te combineren: zijn kennis van de moderne bouwmethoden van de voor- en naoorlogse volkswoningbouw en zijn gevoel voor detail, kleur en verfijning. De bungalow bleef een uitzondering in zijn oeuvre.
Van Tijen was een sociaal bewogen functionalist die in de vele woningbouwprojecten – van galerijflat tot drive-in-woningen – zocht naar de kern van de bouwopgave. Hij ontwierp doelmatige plattegronden en werkte met nieuwe materialen en technieken. Hij had geen bouwkundige, maar een civieltechnische achtergrond en werkte in een sobere vormgeving. Van 1937-1954 maakte hij deel uit van het architectenbureau van Huig Maaskant, daarna werkte hij in het kleinere bureau Van Tijen-Boom-Posno.
Voor de oorlog speelde hij een belangrijke rol in de Rotterdamse architectenvereniging ‘Opbouw’ en het tijdschrift De 8 en Opbouw en maakte deel uit van de Nederlandse afdeling van CIAM, voortrekker van het internationale modernisme. Hij werkte samen met de grote architecten van het Nieuwe Bouwen, waaronder Leen van der Vlugt (Bergpolderflat), Mart Stam en Lotte Stam-Beese (Montessorischool en drive-in-woningen) en het naoorlogse Woongebouw Zuidplein (met Maaskant, Bakema en Groosman) alsmede het Groothandelsgebouw.
Centrale zichtlijn en niveauverschillen
Huis Van Raalte ligt met de korte noordzijde aan de straat en de zuidzijde aan de tuin, waarachter zich een groenstrook en een fietspad bevinden. Het is op het eerste gezicht een eenvoudige, gelijkvloerse bungalow, opgetrokken in een zachtgele, gladde baksteen (verblendsteen) met een overstekende daklijst en veel glas, vooral aan de voor- en achterzijde. Op diverse plaatsen zijn dubbel hardgebakken, matte, witgrijze tegels toegepast. Bij nadere beschouwing heeft het huis een klein onderhuis met installatie-, opslagruimte, badkamer en een slaapkamer, waarvan de vensters zichtbaar zijn aan de voorzijde, rechts van de centraal gelegen hoofdingang.
De luie trap naar het portiek en de via bordestrapjes bereikbare toegangen aan de zijkanten van het huis verraden, dat het gebouw feitelijk een halve meter hoger ligt dan het maaiveld. Alleen de garage en de woonkamer aan de achterzijde liggen op het niveau van de omringende tuin. Bij het betreden van het huis blijkt de middenbeuk een ‘enfilade’ te zijn van geschakelde ruimten die zicht bieden op de lager gelegen woonkamer en het groen daarachter. Deze zichtlijn loopt door de gang en de hal en vervolgens door (het rechter deel van) de eetkamer en woonkamer, die in open verbinding staan met elkaar. Ruimtelijk worden deze alleen gescheiden door de ‘splitlevel’.
Inwendig wordt de transparantie van het huis daarnaast geaccentueerd door de strookvensters vlak onder het plafond en de verticale stroken glas naast sommige deuren.
Plattegrond
(voor vlekkenplannen vanaf 1961: zie einde tekst)
Links en rechts van de smalle enfilade zijn de overige vertrekken gerangschikt in twee wat bredere beuken. In de voor- en achtergevel zijn de drie beuken herkenbaar aan de uitstekende muurdammen.
In het goedgekeurde ontwerp lag in de linker beuk de inpandige garage, met daarachter de wc, bijkeuken met lavet en keuken en daarachter de eetkamer/woonkamer. In de rechter beuk bevonden zich een slaapkamer/kleedkamer met aangrenzend de badkamer en daarachter een werkkamer. De kleedkamer gaf toegang tot de tuin via de zij-ingang. Een windscherm van draadglas met stalen profielen met een luifel van golfplaten zorgde voor een beschut wandelpad naar het tuinterras aan de achterzijde van het huis.
Vormgeving van de buitenruimte
Tot het ontwerp behoorde ook de paden, terrassen en plantenvakken. De bestrating bestond uit betontegels. Aan de voorzijde van het huis begeleidt een laag tuinmuurtje de bezoeker naar de rood geschilderde voordeur. Aan de achterzijde is het aangenaam plaats nemen op het lage verblendstenen muurtje, dat het terras scheidt van het groene deel van de tuin. Zo ontstaat een omsloten zitgedeelte bij de terrashaard die rug aan rug ligt met de openhaard in de zitkamer. Het rookkanaal van de haarden is geheel opgetrokken in dezelfde zachtgele baksteen.
Aanpassingen tijdens de bouw 1961-1962
Het echtpaar Van Raalte had aanvankelijk geen kinderen, maar liet een aantal wijzigingen doorvoeren door Van Tijen toen er gezinsuitbreiding verwacht werd. Zij adopteerden twee zoons en kregen later nog een derde zoon. De garage werd omgebouwd tot werkkamer en de kamer aan de achterzijde werd kinderslaapkamer. Het werkvertrek kreeg een groot venster, een toegangsdeur vanuit de gang en het vloerniveau werd aangepast naar het vloerniveau van de woning door middel van een verhoogde houten vloer. De toegangsdeur vanuit de garage naar de zij-ingang aan de linker (oost)zijde van het huis was al geplaatst en werd aan de binnenzijde dichtgemaakt met een houten plaat. Voor de buitenzijde ontwierp Van Tijen met een snelle schets een buitenkast op het bordes van de zij-ingang. De garagepui bleef grotendeels in tact en kreeg een draaideur; er achter bevindt zich een ruime berging voor tuingereedschappen.
Sommige materialen zijn wat minder luxueus uitgevoerd dan de bedoeling was, waaronder een hardstenen vloer voor de buitentrap, de entree en de hal. Dit materiaal was in de gehele enfilade van de verkeersruimten gedacht, maar is uit kostenoverweging niet uitgevoerd. Alleen de traptreden naar de verdiepte woonruimte en twee tegels voor de open haard zijn in zwart Belgisch hardsteen uitgevoerd alsmede de vensterbanken en stofdorpels in het huis.
De vloer van de entree en de hal waren belegd met donkergrijze, hardgebakken noppentegels, net als de buitenbordessen aan de zijgevels en hoogstwaarschijnlijk de entreetrap. De noppentegels op het zijbordes bij de keuken zijn nog origineel. De vloer van de eet- en woonkamer is belegd met een parketvloer, waarschijnlijk een Afrikaanse hardhoutsoort met een bruinrode gloed en benadrukt de lengte van de ruimte door de richting waarin de stroken zijn gelegd.
Aanpassingen in 1971
In 1971 werd een verbouwing uitgevoerd in opdracht van het echtpaar door de interieurarchitecten W.J. kroep en J.C. Kroep-de Jonge. Deze bestond uit een aantal ingrepen. Zo werd de ouderslaapkamer aan de voorzijde verbouwd tot twee jongenskamers, de zij-ingang dichtgemaakt en het bordes afgebroken. Het windscherm in de tuin met golfplaten op de pergola was al na een paar jaar weggehaald. De ouderslaapkamer werd verplaatst naar de achterkamer aan de tuinzijde en de toegang vanuit de eetkamer werd dichtgezet. De door Van Tijen ontworpen kastenwand en het hoofdboord met de nachtkastjes verhuisden mee. Vanuit één van de nieuw gemaakte jongenskamer werd de doorgang naar de badkamer dichtgezet. Vanuit de hal werd via de werkkast een extra doorgang gemaakt naar één van beide jongenskamers.
Tegen het plafond in de woonkamer kwamen lichtbakken met gordijnen zodat de bovenlichten geblindeerd konden worden. Het terras werd overkapt en voorzien van een teakhouten windscherm en twee lichtkoepels. Op de vaste plantenbak onder het raam bij het terras werd een zwarte kastenwand geplaatst voor tuingereedschap, ingebouwde klaptafel en bergruimte voor de bijbehorende rode klapstoelen.
De linoleum vloeren (in de wc lag een rood vinyl) zijn in de loop der jaren vervangen, behalve het grijze vinyl op de trap naar het souterrain.
In de jaren ’80 zijn de dubbel hardgebakken noppentegels in de entree en hal vervangen door travertin. In de woonkamer zijn beide kastenwanden toen verbouwd en volledig wit geschilderd. De deuren werden beplakt met een wit formica en op het grote blad kwam travertin. Daarmee verloren zij hun oorspronkelijke fineer en grijze formica afwerking. Ook werden verschillende zijramen en bovenlichten bij de binnendeuren dichtgezet.
In 2001 is het huis door het echtpaar overgedragen aan Hendrick de Keyser Monumenten. In 2023-2025 volgde een restauratie en gedeeltelijke reconstructie van de oorspronkelijke situatie van na de oplevering van de bouw in 1962; dit was naar wens van de schenkers, tevens oorspronkelijke opdrachtgevers.
Interview met de restauratiearchitect namens de eigenaar: klik hier!
Constructie, materialen en wandverwarming
Het huis is gebouwd op een fundering van houten palen met betonnen oplangers, heeft vloeren van gewapend beton en begane grond vloeren van het NEHOBO bouwsysteem, bakstenen spouwmuren, stalen en houten dakbalken, houtwolcementplaten en een bitumen dak bedekt met grint. De gevels zijn voorzien van houten stijl- en regelwerk, ingevuld met Thermopane glas, geribbelde eternitpanelen en tegels. Alleen de beweegbare ramen en de openslaande terrasdeuren hebben stalen kozijnen.
De centrale verwarming bestaat deels uit verzonken radiatoren in convectorputten (bijvoorbeeld voor de terrasdeuren) en ledenradiatoren. Ultramodern is de wandverwarming in de oostwand van de woonruimte, de voormalige werkkamer en in de voormalige ouderslaapkamer.
Prefabricage versus maatwerk
De bungalow voor het echtpaar Van Raalte heeft zowel kenmerken van een sobere, doelmatig georganiseerde, arbeiderswoning als van een luxueuze, modern vormgegeven, villa. In deze bouwopgave was er relatief weinig ruimte- of geldgebrek, zoals in de volkswoningbouw vaak het geval was. De functionele constructie werd gecombineerd met eigentijdse materialen en geprefabriceerde elementen, waaronder standaard deuren. Andere interieuronderdelen, zoals de vaste kasten en handgreepjes, werden tot in detail uitgetekend door de architect.
De door Van Tijen ontworpen interieurelementen zijn maatwerk. Het betreft een groot aantal inbouwkasten in keuken, eetkamer en slaapkamers en een hoge lambrisering van triplex in de hal. Verder ontwierp hij allerlei vernuftigheden zoals een paraplustandaard in de hal, een ingebouwde, elektrische warmhoudplaat in de doorgeefkast tussen keuken en eetkamer en een ‘roomdivider’ in de vorm van een laag, vast buffet annex (boeken)kast, tevens schrijftafel/telefoontafel, aangebracht tussen eetkamer en woongedeelte. Ze zijn niet alleen heel praktisch en ruimtebesparend, ze verlenen het huis bovendien een aantrekkelijke eigenheid.
Efficiënte huishouding
De wand tussen de keuken en de eetkamer is één grote inbouwkastenwand. De deurtjes en lades van de bovenkast kunnen open naar beide zijden. Op die manier wordt het lopen beperkt zodat het huishoudelijk werk zo efficiënt mogelijk kan verlopen. Aan de eetkamerzijde zijn de deurtjes afgewerkt met warm fineer (Anigré hout met sterk moiré-effect en open boek gefineerd) en de lades bekleed met wit formica in een licht grijs geschilderd frame. De keukenkasten zijn wit met licht grijs en de planken zijn rood geschilderd evenals de buitenkast bij de zij-ingang.
De wengéhouten handgrepen zijn speciaal door Van Tijen voor dit huis ontworpen. In de keuken zijn standaard Bruynzeel keukenkasten geplaatst: heel modern voor 1962. Het keukenblok heeft een roestvrijstalen blad en de typerende halfbolle aluminium prefab handgrepen. De vaste keukentafel met een gelakt, beukenhouten blad is daarentegen speciaal ontworpen en staat op één vierkante, zwarte poot. De vloer is daardoor gemakkelijk schoon te houden.
Tussen eetgedeelte en woonruimte ontwierp Van Tijen een laag, smal buffet met open en gesloten kasten aan de kant van het zitgedeelte en een langgerekt blad op pootjes. Het geïntegreerde schrijfgedeelte, waar ook de vaste telefoon stond, heeft een ranke opstand en een uittrekblad voor aflegruimte. De afwerking met mahonie kantlatten en grijs formica van het Zweedse merk Perstorp toont ook hier de combinatie van makkelijk schoon te houden en warme, sfeervolle materialen. Een dergelijk multifunctioneel combinatiemeubel is een mooi voorbeeld van de werkwijze van Van Tijen die tegelijk doelmatig en ruimtebesparend als ook transparant en elegant werkte.
Interview met de restauratiearchitect namens de eigenaar: klik hier!
Tekst: Barbara Laan
Foto’s: Bert Muller, archief Hendrick de Keyser Monumenten (familie Van Raalte), plattegronden/vlekkenplannen Hendrick de Keyser Monumenten (situatie 1961-1962, 1971 en visie/ontwerp 2023)
Copyright: SHI/BMbeeld 2025
Bronnen
M. Klein, Restauratievisie Huis van Raalte Glazoenowlaan 3 te Rotterdam, Amsterdam 2023-2024
N. Smit, Huizen in Nederland. De negentiende en twintigste eeuw, Zwolle – Amsterdam 2018, p. 419-421